Betrokkenen

We werken vanuit de overtuiging dat de ontwikkeling van ons Opleidingsnetwerk en de ontwikkeling van alle opleidingsscholen, het opleidingsinstituut en alle actoren in relatie staan tot elkaar. Dat vraagt om heldere definiëring van taken en rollen. De verantwoordelijkheden en benodigde competenties van de verschillende actoren binnen het partnerschap zijn vastgelegd en ingebed in de organisatie.

 

 

  • De aanstaande of startende leraar is de degene die lesgeeft op een opleidingsschool. Het gaat hierbij om zowel de aanstaande leraar die de opleiding volgt tot leraar basisonderwijs alsook de leraar die voldoet aan de bekwaamheidseisen. Binnen het Opleidingsnetwerk wordt de aanstaande leraar gezien als collega en participeert in alle aspecten van het beroep.
  • De mentor is de directe begeleider van de aanstaande leraar in de praktijk. De mentor geeft de aanstaande leraar ruimte en is rolmodel, vraagbaak, coach en sparringpartner. De mentor geeft continu feedback, feedup en feedforward en heeft een adviserende rol in de beoordeling van de praktijk.
  • De schoolopleider is werknemer van een opleidingsschool of cluster van opleidingsscholen en heeft als substantiële en structurele kerntaak het ontwikkelen, monitoren en bewaken van het opleiden en begeleiden van aanstaande leraren. De schoolopleider is de spil en verbindende schakel tussen de opleidingsschool en het opleidingsinstituut. Hij neemt deel aan de netwerkdagen voor schoolopleiders.
  • De instituutsopleider is docent op het opleidingsinstituut en heeft als substantiële en structurele kerntaak het ontwikkelen, monitoren en bewaken van het opleiden, het begeleiden en beoordelen van aanstaande leraren zowel in de context van een opleidingsinstituut als in de context van het Opleidingsnetwerk.
  • De programmaleiding bestaat uit twee projectcoördinatoren; een vertegenwoordiger vanuit het opleidingsinstituut en een vertegenwoordiger vanuit het werkveld. De programmaleiding draagt zorg voor een samenhangende organisatie van het Opleidingsnetwerk, organiseert netwerk- en trainingsdagen, bewaakt en coördineert kwaliteitszorg, verzorgt de interne en externe projectcommunicatie (verbinding, reflectie, feedback, klankbord) en rapporteert aan de stuurgroep.
  • Het Bestuurlijk Overleg bestaat uit de bestuurders van alle deelnemende besturen uit het regionale samenwerkingsverband en is verantwoordelijk voor de aansturing, het creëren van randvoorwaarden en is eindverantwoordelijk voor alle processen binnen het Opleidingsnetwerk. Het Bestuurlijk Overleg is verantwoordelijk voor het toezicht op de uitvoering van Beleidsplan Opleidingsnetwerk Samen Opleiden. Een vertegenwoordiging van vier personen uit het Bestuurlijk Overleg vormt samen met de programmaleiding de stuurgroep.
  • Het stagebureau bestaat uit twee medewerkers van het opleidingsinstituut en plaatst, rekening houdend met voorkeuren, aanstaande leraren op alle stagescholen, waaronder de opleidingsscholen, en onderhoudt contacten met alle betrokkenen.
  • De directeur/schoolleider draagt bij aan co-creatie en zorgt voor een professionele, lerende cultuur en voor een ondersteunende structuur die gericht is op collectief leren. Hij stemt het samen opleiden en professionaliseren af op beleidsontwikkeling ten behoeve van de schoolontwikkeling en ondersteunt en faciliteert de afspraken vanuit het Opleidingsnetwerk. 

 

Overlegstructuur

Om alle betrokkenen gericht te (kunnen) laten zijn op de ambities van het Opleidingsnetwerk is samenwerking van belang. Dialogische en collaboratieve praktijken stimuleren co-creatie binnen het Opleidingsnetwerk. Daardoor wordt eigenaarschap gestimuleerd en wordt verder vormgegeven aan het Opleidingsnetwerk. In onderstaand overzicht zijn de volgende vormen van overleg en samenwerking binnen het Opleidingsnetwerk te onderscheiden

Passend bij de spilfunctie van de schoolopleider ligt in de overleg- en samenwerkingsstructuur van het Opleidingsnetwerk Samen Opleiden ook de focus bij de schoolopleider. De schoolopleider fungeert als de verbindende factor tussen de opleidingsschool en het opleidingsinstituut.